Cognitieve ontwikkeling

In deze lessenreeks wordt uitgebreid rekening gehouden met meervoudige intelligenties (Gardner, 1998) om ervoor te zorgen dat elk kind zo veel mogelijk in de gelegenheid is om op zijn manier zo veel mogelijk te leren.

In les 1 wordt gebruik gemaakt van de muzikale intelligentie door een liedje aan te leren met de maanden van het jaar. Maar de maanden worden ook visueel ondersteund met plaatjes van de seizoenen.

In les 2 is op de onderzoeksbladen zowel de mogelijkheid om te beschrijven wat je ziet (verbaal/linguïstische intelligentie) als om te tekenen wat je ziet (visueel/ruimtelijke intelligentie). Ook tijdens de onderzoeksfase van de les is er de vrijheid om van tafel naar tafel te gaan zoals het kind dat prettig vindt. Dat kan met iemand maar ook alleen (interpersoonlijke intelligentie). Door de kinderen zelf naar buiten te laten gaan om te zoeken naar onderzoeksmaterialen bij de boom woordt aanspraak gemaakt op de natuurgerichte intelligentie. De filmpjes die aan het eind van de les getoond kunnen worden, sluiten aan bij de visueel/ruimtelijke intelligentie.

In les 3 worden herkenbare producten getoond. Kinderen kunnen ze aanraken en bevoelen. Dat maakt gebruik van de visueel/ruimtelijke intelligentie maar ook van de natuurslimme intelligentie.

In les 4 tenslotte wordt gebruik gemaakt van de visueel/ruimtelijke intelligentie maar door de samenwerking in een groep ook van de interpersoonlijke intelligentie.

Onderzoekend en Ontwerpend leren

Onderzoekend en ontwerpend leren komen in deze lessenreeks ruim aan bod, vooral in de lessen 2 en 4. In les 2 wordt het meest gebruik gemaakt van onderzoekend leren door de boom van heel dichtbij te bestuderen en beschrijven. In les 4 staat juist ontwerpend leren voorop. Door verschillende materialen te gebruiken komen de kinderen er zelf achter waar zij de stevigheid van het ene materiaal voor nodig hebben of juist de flexibiliteit van het andere materiaal. In les 2 wordt bovendien gebruik gemaakt van verslagleggen, zodat de kinderen alle resultaten kunnen zien en vergelijken. Maar zowel bij ontwerpend leren als bij onderzoekend leren wordt aanspraak gemaakt op nieuwsgierigheid, creativiteit en kritisch vermogen (De Vaan & Marell, 2012).