Bij de boom

Hoe ziet een boom er uit en wat verandert er?

 

Les 1:

Lesdoelen

De kinderen..

  • kunnen bladeren ordenen op kleur en vorm door gebruik te maken van hun zintuigen (domein natuur en techniek: biologie)
  • kunnen de verschillende seizoen benoemen (domein natuur en techniek: aardrijkskunde)
  • kunnen zich inbeelden hoe de boom op het schoolplein er in de verschillende seizoenen uitziet (domein natuur en techniek: aardrijkskunde)
  • kunnen zelf een boom maken door gebruik te maken van bladeren en verf (domein natuur en techniek: techniek + OOL)

 

Lesactiviteit

De kinderen zullen een fragment te zien krijgen van een boom die door het jaar heen verandert. Vervolgens zullen er foto's van bomen getoond worden uit de vier seizoenen. De kinderen leren hierdoor goed te observeren en te vergelijken. Bovendien leren ze welke seizoenen er zijn en welke kleuren daarbij horen. Ook zullen de kinderen tijdens deze les naar buiten gaan om blaadjes te verzamelen. Deze zullen zij goed bekijken en vergelijken. Tijdens de verwerkingsopdracht mogen de kinderen zelf een boom maken door de blaadjes die zij zelf gevonden hebben te gebruiken als stempels. Elk groepje kinderen krijgt de verantwoordelijkheid om een boom uit een bepaald seizoen te maken. Op deze manier zal opnieuw een koppeling gemaakt worden tussen de kleuren en de seizoenen.

 

Les 2:

Lesdoelen
De kinderen..

  • kunnen gebruik maken van verschillende tijdsaanduidingen (domein tijd: geschiedenis)
  • kunnen benoemen of iets rond is (domein natuur en techniek: techniek)
  • kunnen zeggen dat een boom bestaat uit takken, een stam en uit wortels (domein natuur en techniek: biologie)
  • kunnen zelf een knutselwerk maken door eerst goed naar de vormen van een echte boom te kijken (domein natuur en techniek: techniek + OOL)

 

Lesactiviteit

De kinderen zullen tijdens deze les een doorsnede van een boom te zien krijgen. Met behulp van deze doorsnede zullen de kinderen leren om tijdsaanduidingen en vormen te benoemen. De kinderen krijgen deze les een nieuw verhaal over Joepie de Vogel te horen. Joepie zal vertellen dat hij al heel lang in de boom woont. Hij zal zijn belevenissen vertellen aan de hand van de jaarringen. Elke jaarring staat voor een andere belevenis en een ander jaar. De kinderen leren zo dat de jaarringen iets zeggen over de leeftijd van de boom. Hoe dikker de boom, hoe ouder de boom. De kinderen leren bovendien de vorm van de boom te beschrijven door gebruik te maken van hun zintuigen (rond, hoog, dik, dun)

Bij de verwerkingsopdracht maken de kinderen zelf een 3D-boom van karton. Zij mogen zelf bepalen of ze een oude of een jonge boom maken (dus een dikke of een dunne boom).

 

Les 3

Lesdoelen

De kinderen..

  • kunnen gebruik maken van hun zintuigen (domein natuur en techniek: biologie)
  • de kinderen leren om verschillende grondsoorten met elkaar te vergelijken (domein natuur en techniek: biologie, OOL)
  • weten dat grond er anders uit kan zien op verschillende plekken (domein natuur en techniek: aardrijkskunde)
  • kunnen met elkaar samenwerken in een klein groepje (OOL)

 

Lesactiviteit

Op de instructietafel staan meerdere potjes met verschillende grondsoorten (klei, aarde, zand, kiezel, modder). Samen met de leerkracht gaan zij de potjes vergelijken. Er zullen diverse vragen worden gesteld om de kinderen te begeleiden in het observeren:

– welke kleur heeft de grondsoort?

– is het zacht? Is het nat? Is het hard?

– zitten er beestjes tussen? Zit er iets anders in?
– hoe ruikt het?

Na het bekijken van de potjes zal de les zich naar buiten verplaatsen. De kinderen krijgen per groepje een potje. Zij mogen met dat groepje de aarde uit hun potje gaan vergelijken met de aarde rondom de boom. Welk groepje heeft het potje met dezelfde aarde als er om de boom ligt? Hoe zien de kinderen dat?

 

Les 4

Doelen

De kinderen..

  • leren dat planten ontstaan uit zaadjes (domein natuur en techniek: biologie)
  • leren hoe zij voor een plant moeten zorgen (domein natuur en techniek: biologie)
  • leren praten over verschillende tijdsaanduidingen (domein tijd: geschiedenis)
  • leren om een voorspelling te doen op basis van de kennis die zij al hebben (OOL)

 

Lesactiviteit

De kinderen krijgen tijdens deze les allemaal een eigen potje waarin zij een erwt gaan zaaien. Weten de kinderen wat zaaien is? Joepie de Vogel zal kort uitleggen wat zaaien is. Hij verwijst bovendien terug naar de jaarringen van de boom waarin hij woont. Ooit was die boom namelijk ook een zaadje maar intussen is het een hele grote oude boom waar Joepie genoeg ruimte heeft om lekker te kunnen spelen. Na het horen van het verhaal van Joepie zal de leerkracht de kinderen stimuleren om voorspellingen te doen over wat er met de erwt gaat gebeuren. De kinderen maken hierbij gebruik van verschillende tijdsaanduidingen  zoals gisteren, vandaag, morgen en straks. Aan de kinderen zal worden uitgelegd dat ze vanaf nu elke ochtend goed naar hun potje moeten kijken of er iets veranderd is. Ook zullen zij elke ochtend een klein beetje water aan hun erwt moeten geven. Van de 'voorbeelderwt' zal elke dag een foto worden gemaakt om de ontwikkeling te kunnen volgen. Deze foto's zullen worden opgangen in de klas zodat iedereen kan zien dat de erwt aan het groeien is, net als de boom van Joepie de Vogel. Na afloop van de week bespreekt de leerkracht met de kinderen wat ze hebben gezien. Het plantje mogen ze mee naar huis nemen.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb