De leerlijn
De leerlijn voor de hier gepresenteerde lessenreeks voor omgevingsonderwijs in De Molenwijk in Amsterdam-Noord is gebaseerd op de volgende kerndoelen: 40, 41, 44, 47, 49, 50 en 51. Deze kerndoelen vallen binnen de domeinen Natuur & Techniek (40, 41 en 44), Ruimte (47, 49 en 50) en Tijd (51).
Kerndoel 40.
De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leeromgeving.
Kerndoel 41.
De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
Kerndoel 44.
De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.
Kerndoel 47.
De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in de omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
Kerndoel 49.
De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen, zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.
Kerndoel 50.
De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds, geografisch wereldbeeld.
Kerndoel 51.
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
Overzicht kerndoelen

Onderzoekend en ontwerpend leren
Bij het ontwerpen van het lesmateriaal voor de lessenserie zijn we uitgegaan van de didactiek Onderzoekend en Ontwerpend Leren. Het doel van deze didactiek is om de wetenschappelijke houding van leerlingen te ontwikkelen en te stimuleren (Van Graft & Kemmers, 2007). Hieronder vindt u een overzicht van de wijze waarop Onderzoekend en Ontwerpend Leren terugkomt in deze lessenreeks.
Groep 1-2
-
De leerlingen komen in aanraking met een verscheidenheid aan materialen die zijn bedoeld om verwondering uit te lokken;
-
Kinderen maken gebruik van hun zintuigen (ruiken, voelen, kijken) en worden op basis van hun ervaringen uitgedaagd om vragen te stellen.
Groep 3-4
-
Het gedetailleerd bestuderen en beschrijven van een boom;
-
Leerlingen leren het nut van stevige en flexibele materialen bij het ontwerpen van verschillende voorwerpen.
Groep 5-6
-
De kinderen onderzoeken hoe lang een minuut duurt en hoe lang een specifieke activiteit duurt. Daarna gaan de kinderen ontwerpend leren doordat zij een planning maken die vervolgens geëvalueerd en bijgesteld moet worden.
Groep 7-8
-
De leerlingen ontwerpen zelf een voedingsstofketen;
-
De leerlingen voeren een experiment uit naar de vruchtbaarheid van verschillende in Nederland voorkomende grondsoorten, aan de hand van een ontkiemingsexperiment;
-
De leerlingen ontdekken een relatie tussen de spreiding van grondsoorten in Nederland en de vegetatie in die gebieden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb