Les 1: Tijd schatten en plan maken
Geschiedenis KD 51
Vooraf
Dit is de eerste les uit een nieuwe serie over de boom. Het is mogelijk om terug te blikken op de vorige serie maar niet noodzakelijk. Deze serie kan op zichzelf worden gegeven. Wel is het van belang om bij aanvang van de eerste les het hoofdonderwerp centraal te stellen: spelen, wonen en weer in de boom. We gaan spelen (schommelen) in de boom, kijken wie er in de boom woont en bestuderen het weer (klimaat) in de boom
Lesdoelen
De kinderen
- kunnen inschatten hoe lang een minuut is en hoeveel minuten iets duurt.
- kunnen een plan maken en daarin rekening houden met de tijd.
- kunnen gebruik maken van een tijdbalk.
Lesactiviteit
Terugblik
Neem de kinderen mee naar de boom. Als deze kinderen de eerste lessenreeks ook hebben gedaan, vraag dan wat de kinderen daar nog van weten.
Introductie
De introductie van de nieuwe lessenserie gaat meteen aan de hand van een tijdbalk (zie materialen – zet er zelf de spreiding in de tijd bij). Kondig aan dat dit een nieuwe lessenserie is over de boom, over spelen, wonen en weer in de boom. Waar denken de kinderen aan bij spelen in de boom? Klimmen zal vast een van de antwoorden zijn. Hebben ze ook weleens geschommeld in de boom? Hoe zou je dat doen? Waar hang je de schommel? In de volgende les maken we zo’n schommel. Maar daarvoor moeten ze nu wel eerst een plan maken, net zoals de tijdbalk van de lessenserie. We willen weten hoe lang het duurt om de schommel te bouwen. De kinderen gaan naar binnen.
Uitleg binnen
De leerkracht laat zien hoe zo’n schommel er ongeveer uit moet zien en welke materialen ze daarvoor zullen gebruiken: in ieder geval houten plankjes en touw en als je tijd over hebt kan je ook nog verven. De leerkracht laat het instructiefilmpje zien. Het is handig om het geluid uit te zetten en zelf de mondelinge uitleg erbij te geven. Het filmpje is in het Engels en de klas zal niet zagen, lijmen en boren.
Hoe lang denken de kinderen dat ze hiermee bezig zullen zijn? Hoe lang duurt een minuut? Hoe lang duurt het om een knoop te maken? Hoeveel knopen ga je maken?
Hoe lang duurt het?
De kinderen oefenen hoe lang een minuut duurt, bijvoorbeeld door stil te tellen of door stil op hun gevoel van een minuut af te gaan. Als ze denken dat de minuut om is staan ze op. De leerkracht houdt de tijd bij met een timer (zie materialen). Hoeveel kinderen stonden te vroeg op? En hoeveel waren te laat? Een van de kinderen maakt een knoop zoals op het filmpje. Hoe lang duurt dat?
De tijdbalk
De leerkracht laat zien hoe een tijdbalk er uit ziet. Neem bijvoorbeeld aankleden. Welke kledingstukken trek je aan? Wat eerst? En hoe lang duurt het om elk kledingstuk aan te trekken? Hoe lang duurt aankleden dus in totaal? Deel de tijdbalkformulieren uit en laat op de tijdbalk plannen. De kinderen maken ieder eerst een tijdbalk voor het aankleden.
Evalueren
Als ze klaar zijn bespreken de kinderen hun tijdbalk met hun buurman of buurvrouw. Wat zijn de verschillen? Trekt de één andere of meer kleren aan dan de ander? Is iedereen even lang bezig met schoenen aantrekken? Waarom is daar een verschil (veters of ritsen bijvoorbeeld)? Wie is langzaam en wie is snel? Kloppen de schattingen? Evalueer door kinderen hun schoenen aan te laten trekken en neem de tijd op.
Vooruitblik: Schommelplan
Nu gaan de kinderen een planning maken voor het in elkaar zetten van de schommel. Wat moeten de kinderen daarvoor weten? Wat moet ik doen voor het maken van de schommel? Hoe lang duurt elke stap? Hoe lang duurt bijvoorbeeld het maken van een knoop? Zorg dat er touw aanwezig is om een knoop te maken en de tijd daarvoor op te nemen.
Differentiatie
Differentiatie op meervoudige intelligenties
De tijdbalk van de lessenserie bevat voor de lestitels zowel tekst als plaatjes. Daardoor wordt niet alleen de verbaal/linguïstische intelligentie maar ook de visueel/ruimtelijke intelligentie aangesproken. Diezelfde keuze kunnen de kinderen ook maken wanneer zij zelf de tijdbalk invullen. En bij het oefenen met het inschatten van de tijd kunnen de kinderen zowel de handeling in hun hoofd uitvoeren als daadwerkelijk met hun lichaam de handeling uitvoeren, zoals bij het veters strikken. Daarmee wordt de lichamelijke/kinesthetische intelligentie aangesproken. En sommige opdrachten voeren de kinderen alleen uit, andere weer samen in overleg om de interpersoonlijke intelligentie te gebruiken.
Differentiatie op niveau
Voor kinderen die het inschatten van tijd erg moeilijk vinden bestaan digitale spelletjes die zij kunnen uitvoeren. Bij de materialen is een link naar zo’n spel gevoegd. Dit moet wel worden aangekocht. Wil je het goedkoper doen, dan kan de leerkracht in principe bij elke opdracht de time timer of een stop watch gebruiken. Soms wordt dan de beschikbare tijd gegeven en andere keren kan het kind zelf inschatten hoe lang het verwacht ermee bezig te zijn. Achteraf evalueert de leerkracht met het kind of de inschatting juist was.
Kinderen die wat meer kunnen kan de leerkracht uitdagen door juist aan hen de vragen te stellen over de verschillen in het inschatten bij de tijdbalk voor het aankleden. Kan het kind ook al bedenken hoe hij de plannen voor het bouwen van de schommel kan evalueren? Daarbij moet hij denken aan verschil in handelingen en het verschil in inschatting van tijd voor het uitvoeren van dezelfde handelingen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb