Les 1:  De boom in seizoenen


Vooraf

De lessen spelen zich af rondom de boom op het schoolplein. Het is noodzakelijk dat de lessenreeks van de kleuters in de herfst gegeven wordt vanwege het veranderende uiterlijk van de boom en de blaadjes die de kinderen van de grond kunnen oprapen.

Tijdens de eerste les zullen de kinderen kennismaken met de seizoenen. Dit zullen zij doen met behulp van de verschillende kleuren die bladeren het jaar door kunnen hebben. Door gebruik te maken van hun zintuigen zullen de kinderen bovendien ontdekken hoe een blad er uit ziet.

 

Lesdoelen

De leerlingen..

  • kunnen bladeren ordenen op kleur en vorm door gebruik te maken van hun zintuigen (domein natuur en techniek: biologie)
  • kunnen de verschillende seizoen benoemen (domein natuur en techniek: aardrijkskunde)
  • kunnen zich inbeelden hoe de boom op het schoolplein er in de verschillende seizoenen uitziet (domein natuur en techniek: aardrijkskunde)
  • kunnen zelf een boom maken door gebruik te maken van bladeren en verf (domein natuur en techniek: techniek + OOL)

 

Lesactiviteit
Introductie

De kinderen zitten in de kring op een manier waarop zij allemaal het digibord kunnen zien. In het midden van de kring staat een instructietafel. Op het digibord toont de leerkracht een film waarop een boom te zien is door het jaar heen. De kinderen zien dat het uiterlijk van een boom continu verandert. Het doel van dit filmpje is dat de kinderen zich verwonderen en nieuwsgierig worden. Na het tonen van het filmpje zal de leerkracht vier foto's op de instructietafel leggen. Op elke foto is een boom te zien. Elke foto is genomen in een ander seizoen. De kinderen mogen naar de foto's kijken. De leerkracht zal een aantal vragen stellen om de kinderen te stimuleren goed te observeren:
– Wat valt de kinderen op?

– Welke kleuren hebben de bomen?

– Wat zijn de verschillen tussen de bomen?

– Wat zijn de overeenkomsten tussen de bomen?

 

Ontdekken

De leerkracht vervolgt de les met een verhaaltje over Joepie de Vogel. Hier hoort een poppetje bij. Met behulp van Joepie de Vogel zullen de seizoenen worden geïntroduceerd. In het verhaal wordt steeds verwezen naar één van de seizoenen. Op het moment dat er een seizoen beschreven en benoemd wordt, zal het poppetje van Joepie de Vogel op het plaatje van de bijbehorende boom geplaatst worden. De kinderen leren hierdoor de seizoenen aan het uiterlijk van de boom te koppelen. De kinderen leren bovendien de namen van de seizoenen. Na afloop van het verhaal zal de leerkracht nogmaals met het poppetje van Joepie langs de foto's gaan. Zij zullen worden uitgedaagd om de juiste seizoenen te benoemen. De leerkracht zal de kinderen vervolgens naar buiten laten kijken. Weten de kinderen welk seizoen het nu is? Kunnen zij ook vertellen waarom ze dat denken? Wat zien ze?

 

Na het zien van de foto's verplaatst de les naar buiten. De kinderen krijgen de opdracht om op het schoolplein verschillende bladeren te verzamelen. Deze nemen zij mee naar binnen en worden op de instructietafel gelegd. De kinderen mogen de bladeren onderzoeken. In de kring zullen verschillende vragen worden gesteld: Wat zien ze? Welke kleuren zien ze? Wat is de vorm van de bladeren? Hoe ruikt het? Hoe voelt het? Welke bladeren zijn hetzelfde? Welke bladeren zijn verschillend?

Door deze vragen leren de kinderen om goed te observeren. Ook leren zij om objecten met elkaar te vergelijken en om te ordenen.

 

Verwerking

De kinderen krijgen de opdracht om de boom van Joepie de Vogel te maken. Dit doen zij met behulp van de bladeren die zij zelf gevonden hebben op het schoolplein. Ook maken zij gebruik van wit A3 papier, verf, kwasten en schortjes. Het is de bedoeling dat elk kind de stam van de boom verft. Vervolgens mogen zij de gevonden bladeren aan een kant beschilderen en op het papier drukken. Op deze manier worden er bomen gecreëerd die bestaan uit verschillende kleuren blaadjes. Elk groepje krijgt de opdracht om een bepaald seizoen te schilderen. De verf die wordt aangeboden zal daarom voor elk groepje verschillen. Het groepje dat Joepie's boom in de herfst gaat schilderen zal voornamelijk rode, gele, oranje en bruine verf krijgen terwijl het groepje dat Joepies boom in de lente gaat schilderen juist meer licht groene, gele en roze kleuren krijgt. Op deze manier wordt kleur opnieuw aan de seizoenen gekoppeld.

 

Afsluiting

Aan het einde van de les zullen alle bomen worden opgehangen in de klas. De kinderen kunnen daardoor herinnerd worden aan de vier seizoenen en het veranderende uiterlijk van bomen. De informatie zal daardoor beter onthouden worden.

 

Differentiatie

Differentiatie op meervoudige intelligenties

Volgens Gardner (1998) beschikken mensen over verschillende intelligenties. Volgens deze theorie is het belangrijk om tijdens een les een beroep te doen op deze verschillende intelligenties zodat uiteindelijk elk kind de informatie zal begrijpen en onthouden. Tijdens deze les is er met deze verschillende intelligenties rekening gehouden. Er zal een film getoond worden (visueel ruimtelijke intelligentie), er zal een verhaal verteld worden (verbaal linguïstische intelligentie), de kinderen zullen naar buiten gaan (naturalistische intelligentie) en zij mogen zelf een boom creëren (visueel ruimtelijke intelligentie)

 

Differentiatie op niveau
De leerkracht kan tijdens deze les differentiëren op niveau. Dit kan door rekening te houden met de individuele leerling bij het stellen van vragen. De leerkracht kan meer sturing en begeleiding bieden aan een kind met een lager niveau door een gesloten vraag of een optie-vraag te stellen. Kinderen met een hoger niveau kunnen echter meer uitgedaagd worden door een open vraag van de leerkracht te krijgen en door hun denkstappen te benoemen. Voor deze vorm van differentiatie is ruimte na het zien van het fragment en de plaatjes van de bomen en tijdens het vergelijken van de verzamelde bladeren.