Van de boom

waar is de boom van gemaakt en wat maak ik van de boom?

 

Les 1: De maanden van het jaar, de cyclus van de seizoenen en het verstrijken van de jaren

Geschiedenis KD 51

 

Lesdoelen

De kinderen..

• kennen de maanden van het jaar.
• weten welke maanden in een bepaald seizoen vallen.
• hebben begrip van de chronologie van de seizoenen en het feit dat het jaar een cyclus is.
• zijn zich bewust van verandering (groei) over tijd.

 

Lesactiviteit

De kinderen kennen de seizoenen en hun kenmerken al. Ze leren een liedje met de maanden van het jaar. Bij 4 foto’s van de boom (elk genomen in een ander jaargetijde) plaatsen de kinderen bordjes met de namen van de seizoenen en bordjes met de maanden van het jaar. Vervolgens komen er nog 8 foto’s van de boom, 4 van kleinere bomen in de 4 seizoenen en 4 van grotere bomen in de 4 seizoenen. Wanneer was de boom kleiner? Wanneer zal de boom groter zijn? Ook hier komen weer bordjes met de namen van het jaar bij. Alles wordt in een

lange lijn aan de muur gehangen, als een visuele tijdbalk.

 

Les 2: Delen van de boom en hun kenmerken
Natuur KD 40

Lesdoelen

De kinderen..

• kennen verschillende onderdelen van de boom: wortel, hout, bast, tak, blad, bloem en vrucht.

• kennen de verschillen in vorm, kleur en geur van de onderdelen van de boom.

 

Lesactiviteit

De kinderen gaan naar buiten, naar de boom. Daar zoeken en plukken ze kleine onderdeeltjes van de boom. Onderdelen die ze er niet af of uit kunnen krijgen, zoals bijvoorbeeld hout en wortels, worden door de leerkracht verzorgd. In groepjes gaan de kinderen de onderdelen onderzoeken. Ze maken met hun groepje een poster waarop elk onderdeel wordt beschreven en is getekend. Zo mogelijk maken de kinderen een onderdeel open en bestuderen zij dat ook.

 

Les 3: Wat krijg ik van de boom?

Aardrijkskunde KD 49

 

Lesdoelen

De kinderen..

• leren welke onderdelen van de boom worden gebruikt door mensen en waarvoor deze onderdelen dienen.

• zijn zich bewust van de waarde van de boom vor de mens.

 

Lesactiviteit

De kinderen gaan met de leerhracht naar de boom. De leerkracht heeft allerlei materialen en producten bij zich die allemaal gemaakt zijn door de boom of van onderdelen van de boom. Het moeten echt veel verschillende dingen zijn om duidelijk te kunnen maken hoeveel de boom ons geeft. De kinderen mogen de materialen bestuderen en besluiten zo van welk deel van de boom het komt. Tot slot vergelijken en bespreken de kinderen hun resultaten. (Te gebruiken materialen en producten: houten planken, blokken en speelgoed, een houten vogelhuisje, klompen, een pollepel, een boek, een Donald Duck, een poster, zaagsel, een pijl en boog van takken, een foto van een houten huis, een (foto van) een vogelnest, haardblokken, een foto van een haardvuur, een houten stoel, verschillende soorten fruit, een zakje lucht.)

 

Les 4: Wat maak je van de boom?

Techniek KD 44

 

Lesdoelen

De kinderen..

• weten dat verschillende producten van verschillende materialen zijn gemaakt.

• weten dat elk materiaal zijn eigen kwaliteiten heeft (stevigheid, flexibiliteit, gewicht, etc.)

• weten welke materialen van de boom komen.

• experimenteren met de materialen en waarvoor zij gebruikt kunnen worden.

 

Lesactiviteit

De klas wordt in vier groepen verdeeld. Elke groep krijgt één materiaal van de boom: papier, hout, takken of bladeren. Daarbij krijgen ze extra knutselmaterialen zoals lijm, plakband, een nietmachine en een schaar. Elke groep krijgt hetzelfde blad met plaatjes van dingen die ze kunnen maken met hun materiaal, zoals een stoel, een kussen, een pijl en boog, een boek en een schilderij. De kinderen kiezen één of meerdere van die producten en maken dat van het materiaal dat ze hebben gekregen. Ze kunnen met de hele groep aan hetzelfde product werken of de taken verdelen. Aan het eind van de les bekijken de groepen elkaars producten en bespreken de eigenschappen van de materialen en waarom die geschikt zijn voor een bepaald product. Een stoel is steviger van hout dan van papier, een boek maak je juist van dun en licht papier. Een schilderij kan op papier maar ook op hout. Een kussen maak je erder van bladeren en een pijl en boog maak je van takken.